Al in de 16e eeuw werd er in Nederland gepland hoe we met onze ruimte omgaan. De uitbreidingen van de stad Amsterdam zijn nauwkeurig ingepland op kaarten. Dat moest ook wel, er was immers weinig ruimte voorhanden. Er kon geen ruimte verspild worden.
Vanaf het begin van de 20e eeuw werd het ordenen van onze omgeving, de ruimte, een vast gebruik en ontstond de Ruimtelijke Ordening. Er is geen land ter wereld waar de ruimtelijke ordening zo vroeg en uitgebreid is doorgevoerd als Nederland.
Met weinig beschikbare ruimte voor wonen, werken, ontspanning en verkeer is het belangrijk dat we goed nadenken voordat we beginnen met het bouwen van een snelweg of woonwijk. Het zou jammer zijn als we na drie jaar een woonwijk weer af moeten breken omdat het rijk er een snelweg wil hebben.
De grote lijnen en lange termijnvisie wordt door de rijksoverheid uiteengezet in zogenoemde structuurvisies. De provincies geven hier een regionale richting aan en de gemeenten kiezen hun locaties voor uitbreidingen van woonwijken en industriegebieden. De provincie bepaalt ook het aantal huizen en industriegebieden die een gemeente mag bouwen zodat er geen overschot ontstaat. Ook controleert zij of de gemeenten zich wel houden aan de afspraken.
Waar ruimtelijke ordening vroeger vooral een zaak van de overheid was is er tegenwoordig veel meer inspraak van inwoners en belanghebbenden. Er zijn verschillende inspraakmogelijkheden en regelmatig worden ruimtelijke plannen aangevochten bij de Raad van State. Een nieuwe trend is het invoeren van beginspraak in plaats van inspraak. Bij beginspraak kunnen belanghebbenden al voordat er een plan is aangeven hoe zij een gebied ingericht willen hebben. Dit verschilt met inspraak waarbij inwoners hun mening mogen geven over een plan wat al klaar is.
Sinds 2010 is het verplicht dat alle ruimtelijke plannen digitaal in te zien zijn. Iedereen kan hierdoor relatief eenvoudig bekijken wat er wel en niet mag in een bepaalde wijk of gebouw. Kijk hiervoor op ruimtelijkeplannen.nl.